Alles wat je moet weten over discuswerpen in atletiek
Sporten en activiteiten
Bekijk deze beginnersgids waarin je leert hoe discuswerpen werkt, waar het vandaan komt en wat de basisregels van het onderdeel zijn.
Van verspringen tot de 100 meter sprint, er zijn heel wat onderdelen binnen de atletiek. Maar wat is discuswerpen — één van de veldonderdelen — en wat zijn de regels van dit onderdeel?
Wil je meer te weten komen over de sport, zodat je het kunt volgen op tv? Of wil je zelf gaan discuswerpen? Lees verder om te ontdekken wat discuswerpen is, wat de vereisten zijn voor een goede werptechniek en wat de basisregels van het onderdeel zijn.
(Gerelateerd: Beginnershandleiding voor alle atletiekonderdelen)
Wat is discuswerpen?
Veldonderdelen worden onderverdeeld in twee categorieën: worpen en sprongen. Discuswerpen behoort in de categorie worpen, samen met kogelstoten, speerwerpen en kogelslingeren. Bij alle vier de worpen proberen atleten een voorwerp zo ver mogelijk te werpen.
Bij discuswerpen is het voorwerp een gladde schijf. Het binnenste gedeelte kan gemaakt zijn van metaal, glasvezel, hout of plastic, maar de buitenrand is altijd van metaal.
Bij grote internationale sportevenementen heeft de schijf voor de heren een diameter van 22 centimeter en weegt 2 kilo. Bij de dames is dat 18 centimeter en 1 kilo.
(Gerelateerd: Alles wat je moet weten over de hink-stap-sprong in atletiek)
Wat zijn de regels van discuswerpen?
Discuswerpers maken iedere worp vanuit een witte cirkel op de grond. De cirkel kan gemaakt zijn van metaal, zoals ijzer of staal. Volgens de regels van World Athletics is de diameter van de werpcirkel 2,5 meter.
De atleten willen de schijf zo ver mogelijk werpen en ze moeten in de werpcirkel blijven tot de discus de grond raakt. Hun voeten mogen de binnenranden van de cirkel raken, maar de buitenrand of de grond daarbuiten niet.
Sinds de afgelopen eeuw of mogelijk nog langer draaien discuswerpers hun lichaam rond, voordat ze de schijf werpen. Meestal draaien ze anderhalf keer rond en laten dan de discus los om hem zo ver mogelijk proberen te werpen.
Hoewel ze draaien, worden discuswerpers meestal niet duizelig, zegt Nik Arrhenius, coach discuswerpen bij het heren- en damesatletiekteam van Brigham Young University.
De discus moet landen binnen het landingsgebied, dat als een kegel in een hoek van 40 graden loopt vanaf de cirkel. Bij grote internationale sportevenementen mogen atleten in de kwalificatieronde drie keer proberen om hun verste worp te maken.
De beste twaalf gaan naar de volgende ronde, waar ze nog drie worpen maken. De acht atleten met de verste worpen in die ronde gaan verder naar de finale, waar ze nog drie pogingen mogen doen. De verste worp van die drie pogingen is de worp die telt. Bij andere wedstrijden mogen atleten zes keer werpen.
De atleet die in de finale de verste worp maakt, is de winnaar. Als het gelijkstaat tussen twee of meer werpers, wint diegene wiens op één na beste worp het verst was.
Hoe ver werpen atleten de discus?
Bij de Olympische Spelen van 2020 in Tokio is de winnende worp bij de heren gemeten op 68,9 meter. Bij de dames was de winnende worp 68,98 meter.
Discuswerpers bij studentenkampioenschappen werpen bijna net zo ver: bij de kampioenschappen van de National Collegiate Athletic Association (NCAA) was de winnende worp bij de mannen 66,17 meter. De winnende worp bij de vrouwen is gemeten op 62,16 meter.
Wat is essentieel voor de discuswerptechniek?
Discuswerpers beginnen bij de achterkant van de werpcirkel en maken een anderhalve draai voor ze de schijf loslaten. Met het draaien rond het lichaam van de werper bouwt de discus snelheid op en deze snelheid komt vrij als de werper de discus loslaat.
Dit is een stapsgewijze uitleg van de discuswerptechniek:
- Werpers beginnen met hun gezicht van het veld waar ze de discus naartoe gaan werpen af, met hun beide voeten stevig aan de achterkant van de cirkel.
- Rechtshandige werpers beginnen dan naar rechts te draaien. Ze draaien op de bal van hun linkervoet en gooien hun rechterbeen rondom naar de voorkant.
- Terwijl ze naar de rechtervoet wisselen, komen beide voeten met een kleine, draaiende sprong van de grond. Ze landen op de rechtervoet, gericht naar de achterkant van de cirkel. Dit is de eerste volledige draai.
- Terwijl de rechtervoet naar de voorkant van de cirkel draait, komt hun linkervoet ook naar de voorkant van de cirkel. Hiermee, zo vertelt Arrhenius, komen beide voeten op de grond. Een krachtige positie, waarmee ze hun romp kunnen rechtdraaien.
- De werper draait op de bal van zijn rechtervoet, met een beweging die lijkt op de achterste voet van een honkbaldraai. Terwijl deze draai plaatsvindt, draait de werper zijn lichaam recht en laat de discus los, zodat deze over het veld vliegt.
- Werpers blijven vaak nog even doordraaien op hun rechtervoet na het loslaten. Hun voeten mogen de cirkel niet verlaten zolang de discus nog niet geland is.
Ook al is discuswerpen een worp, toch halen de beste atleten het meeste van hun beweging uit hun benen, zegt Arrhenius.
"Het belangrijkste is om geduld te hebben en je bovenlichaam [kracht] te bewaren voor het einde", legt hij uit. Wanneer discuswerpers draaien, zo legt hij uit, bouwen ze energie op in hun romp en daarnaast ook potentiële snelheid, net zoals je een katapult naar achteren trekt. En je wilt de katapult pas loslaten als je in een krachtige positie met beide benen op de grond staat.
(Gerelateerd: Wat is steeplechase? Alles wat je moet weten over dit baanevenement)
"Wanneer je [aan de voorkant van de cirkel op twee voeten] landt, is je romp naar achteren gedraaid en de discus bevindt zich achter je schouders", zegt hij. Op dat moment draaien werpers hun romp recht en gebruiken ze hun arm: deze vliegt naar voren om zo de meeste snelheid voor de discus op te bouwen. Als de werper zijn arm te vroeg naar voren beweegt, is de energie al weg en kan hij de discus niet effectief katapulteren.
Een ander lastig onderdeel van een succesvolle worp is de discus aan het vliegen krijgen, en niet aan het dwarrelen, zegt Nathan Ott, coach voor werponderdelen bij het atletiekteam van Penn State University. Bij een geweldige worp draait de discus rond als een frisbee, terwijl hij over het veld zweeft. De randen mogen niet op en neer bewegen terwijl hij vliegt.
"De discus heeft een vreemde balans, omdat de rand ervan zwaar is. Hij ziet eruit als een frisbee, maar de rand is zo zwaar dat, als je aan de rand trekt, [zoals je bij een frisbee zou doen], hij door de lucht zou fladderen als een vogel", zegt Ott.
"Heel veel mensen die voor het eerst een discus vasthouden, werpen hem vanuit de rug van hun hand of nog erger, ze doen maar wat. Maar je moet de schijf leren loslaten. Je kunt het niet afdwingen.'' Zoals alles wat met discuswerpen te maken heeft, proberen atleten dit al eeuwenlang te perfectioneren en zullen dat nog jaren blijven doen.
Wat maakt iemand een goede discuswerper?
Van origine zijn discuswerpers lang, legt Arrhenius uit. Dat is omdat lange atleten meestal lange armen hebben.
"In theorie is het zo dat hoe langer je armen zijn, hoe sneller de discus draait", omdat het lichaam en de arm van de atleet draaien. Natuurlijk is lengte niet de enige factor die een discuswerper succesvol maakt.
"[Discuswerpers] zijn zich meestal zeer bewust van hun lichaam en coördinatie", voegt Arrhenius toe. Lichaamsbewustzijn is belangrijk om in de cirkel te blijven terwijl ze draaien. "Je draait op een vrij hoge snelheid, en als je de discus hebt losgelaten, moet je in de cirkel blijven. Daarvoor is coördinatie nodig.''
Atleten die succes hebben gehad in sporten zoals basketbal en volleybal, zijn mogelijk ook goed in discuswerpen, omdat ze vaak goed kunnen springen, zegt Ott. Hoewel atleten niet springen om een discus te werpen, draaien springen en werpen allebei om kracht, zegt hij. Een goede discuswerper moet niet alleen sterk zijn en kracht kunnen genereren, maar hij moet dit ook snel kunnen doen.
Omdat discuswerpen een moeilijke sport is om goed in te worden, heb je ook een bepaalde mentaliteit nodig, zegt Arrhenius.
"Ik denk niet dat je een goede discuswerper kan zijn als je geen discipline hebt", zegt hij. "Je moet de discipline hebben om zo'n 10.000 worpen per jaar te doen en één jaar is niet genoeg. Je moet dit jaar na jaar doen.''
Ott zegt dat goede discuswerpers naast een zeer gedisciplineerde houding ook een passie voor probleemoplossing moeten hebben. Het perfectioneren van de lichaamstechniek voor de beste worp is een puzzel die moet worden opgelost en een geweldige werper zal met de variabelen moeten spelen om de beste oplossing — en hun beste worpen — te vinden.
Waar komt discuswerpen vandaan?
Atleten werpen al eeuwen met de discus. De sport wordt genoemd in de 'Ilias' van Homerus en was ook onderdeel van de oude Olympische Spelen, die teruggaan tot 708 voor Christus. En de sport is nog steeds aanwezig op atletiekvelden rondom de wereld.
Er is een reden dat deze worp de tand des tijds heeft doorstaan. Het is een complex onderdeel waarvoor ontzettend veel kracht, focus en vaardigheid nodig is. En zelfs na eeuwenlang oefenen met de ultieme techniek, zeggen atleten en coaches nog steeds dat het werpen van de metalen schijf moeilijk is om te leren en het nog moeilijker is om er goed in te worden.
"Je moet het onderdeel echt bestuderen, het is niet gemakkelijk", zegt Ott. Atleten in de moderne Olympische Spelen of de kampioenschappen van de NCAA krijgen de schijf bijna 70 meter ver. En als dat gebeurt, brult de menigte nog steeds zoals ze dat in het oude Griekenland deden.
Tekst: Greg Presto