Jouw voetbalgids, uitgelegd door coaches
Sporten & activiteiten
Voetbalcoaches leggen de basis uit van hoe je voetbal speelt.
Of je nu hebt gevoetbald als kind of nog nooit een bal hebt aangeraakt, je zult wel merken dat voetbal makkelijker is dan het lijkt. Het spel zelf is vrij eenvoudig, de posities kunnen worden gewisseld en door de vriendschappelijke sfeer tussen de spelers blijf je gemotiveerd om meer potjes te voetballen en te blijven oefenen.
Voetbal voor beginners
Bij een voetbalwedstrijd staan er 22 spelers op het veld, waarbij elk team 10 veldspelers heeft en één keeper.
"Een volledige wedstrijd duurt 90 minuten, verdeeld over twee helften van 45 minuten," zegt Carl Wild, een gecertificeerd voetbalcoach bij de English Football Association en Scottish Football Association, managementexpert en auteur van 'Essential Practices for Player Development'.
"Tijdens deze twee helften zijn er geen pauzes of [time-outs]. Wanneer er moet worden gestopt vanwege een blessure of wissel, zullen de officials de tijd stop zetten en worden er na 90 minuten meestal drie of vier minuten extra tijd gegeven", zegt hij.
(Gerelateerd: voetbalschoenen schoonmaken)
Afmetingen van het voetbalveld kunnen variëren, maar doorgaans zijn deze even groot als een Amerikaans voetbalveld (circa 110 meter lang). Maar je kunt ook op een kleiner veld spelen van tussen de 45 en 90 meter lang. Een voetbalveld wordt "in tweeën gedeeld, zodat elk team een keer aan elke kant van het veld start", zegt Wild. Op elke helft bevindt zich een gedeelte dat het strafschopgebied of het zestienmetergebied wordt genoemd, en dat rondom het doel ligt.
De scoretelling is vrij simpel bij voetbal: één keer scoren is één doelpunt. En als het een competitiewedstrijd is, hoeft niet één team de wedstrijd te winnen. Wild legt uit dat óf een van beide teams wint, óf dat het gelijkspel wordt. Gelijkspel betekent dat de score gelijk is, wat zelfs kan gebeuren wanneer de wedstrijd eindigt met 0-0. Dit verandert wanneer het gaat om een competitie.
"Wanneer de stand na 90 minuten nog steeds gelijk is, speel je doorgaans nog eens 30 minuten in totaal, dus twee helften van 15 minuten", zegt hij. "Als de stand daarna nog steeds gelijk is, wordt er een penalty shoot-out gehouden. Dat betekent meestal dat teams elk vijf penalty's nemen, steeds om de beurt", zegt hij. Bij een penalty probeert een speler de bal in het net te schieten, terwijl een keeper deze tegen probeert te houden.
Het team dat na afloop meer penalty's heeft gescoord dan het andere team, wint de wedstrijd. Als er niet wordt gescoord en het dus nog steeds gelijkspel is, volgt er een ronde 'sudden death', waarbij spelers penalty's blijven nemen tot één van beide teams scoort.
Spelersposities (en het verschil tussen aanval en verdediging)
Voetbal is de ultieme teamsport, in de zin dat iedereen op het veld kan wisselen tussen verdediging en aanval en dus een doelpunt kan scoren, ongeacht de positie. "De beste manier om alle posities van het voetbal te omschrijven, is dat ze allemaal hetzelfde zijn en er dezelfde vaardigheden nodig zijn. Het gaat er vooral om waar je staat op het veld en wat je wilt bereiken", zegt Ray Selvadurai, drievoudig bondscoach van het jeugdvoetbalteam in New York City.
In de wedstrijd zijn er 10 veldspelers in elk team in aanvallende, verdedigende en middenveldposities, met meer specifieke rollen binnen deze gebieden. "Het is belangrijk om te weten hoe je binnen deze gebieden samenwerkt", zegt Wild. Hierdoor kan elke speler op een nuttige en impactvolle manier bijdragen.
1.Zo speel je aanvallend bij voetbal:
Het woord aanval zegt het al; het is een offensieve, aanvallende positie. Spelers in aanvallende posities zijn doorgaans degenen die scoren of doelkansen creëren door de bal door te spelen naar de spits.
(Gerelateerd: De posities in voetbal uitgelegd)
2.Zo speel je verdedigend bij voetbal
Verdediging gaat over het "verdedigen en ervoor zorgen dat het andere team geen gevaarlijke doelkansen kan creëren", zegt Selvadurai.
Hoewel de belangrijkste taak van een verdediger is om de bal uit de buurt van het doel te houden, kan een verdediger ook een doelpunt scoren.
"Dat is het mooie van een verdediger zijn: je kunt eigenlijk in twee richtingen spelen", zegt Selvadurai. "Je kunt aanvallend spelen en proberen een doelpunt te maken, maar je moet er tegelijkertijd voor zorgen dat het andere team geen doelkansen creëert."
3.Keeper:
Bij voetbal staan er twee keepers op het veld, waarbij elke keeper het doel van het eigen team verdedigt. Deze positie vraagt om andere vaardigheden dan een verdediger of een aanvaller.
"Je moet niet alleen de bal met je handen uit het net zien te houden, maar je moet ook de wedstrijd aansturen", zegt Selvadurai. "Keepers hebben voortdurend zicht op het hele veld. Ze roepen vaak en geven [teamspelers] allerlei aanwijzingen", zegt hij.
4.Middenvelder:
Selvaduri noemt middenvelders de "verbindende spelers" omdat "het zeer goede doorspelers van de bal zijn." Ze proberen de bal in bezit van hun eigen team te houden en wisselen vaak het meest tussen aanvallende en verdedigende rollen.
5.Spits:
Een spits is de speler die zich op het veld het dichtst bij het doel van het andere team bevindt. Dit is de meest aanvallende positie, en spitsen zijn vaak goed in het manoeuvreren rondom verdedigers om een doelpunt te maken.
Voetbalregels
Om voetbal te leren spelen, moet je eerst de basis van de spelregels onder de knie krijgen. Hoe meer je speelt, oefent en wedstrijden bekijkt, hoe beter je deze regel zult snappen. Maar als je al een beetje een idee hebt vóór je met voetbal begint, ben je sneller helemaal op de hoogte. Dit zijn de basisregels bij voetbal.
1.Zonder handen:
Je handen gebruiken is bij het voetbal echt not done. Het is tegen de regels om de bal met je handen en armen te sturen; dit wordt vaak 'hands' genoemd.
"De handsregel is heel belangrijk en een steeds grijzer wordend gebied", zegt Luke Toughey, professioneel voetbaltrainer aan de University of Brighton. "Afgezien van de keeper binnen het grensgebied mogen spelers de bal met geen enkel deel van de arm onder de mouw van hun shirt aanraken, anders gaat de bal naar de tegenstander", zegt hij. Er kunnen echter wel gevallen zijn waarbij de bal in jouw richting wordt geschopt en in contact komt met je armen. Wanneer dit per ongeluk gebeurt, is dat niet erg, tenzij je je armen gebruikt om de bal te sturen.
2.Buitenspel:
Dit is nog een term die vaak voorbij komt bij voetbal, en een van de meest belangrijke regels van het spel. Volgens Toughey betekent buitenspel dat "er minimaal één tegenspeler tussen de voorste aanvaller van een team en de goal van de tegenstander in staat, anders staat de aanvaller buitenspel."
Wanneer je buitenspel staat, creëert dit een situatie waarin een aanvallende speler makkelijker een doelpunt kan maken, omdat er niemand is om de bal te verdedigen.
3.Overtredingen:
Bij voetbal zijn overtredingen tegen de regels. Hoewel de scheidsrechter zelf beslist, geldt het als een overtreding wanneer een speler een tegenspeler schopt, laat struikelen, duwt of ander onsportief gedrag vertoont.
4.Strafregels:
Zoals bij andere sporten, gelden er bij voetbal strafregels. De scheidsrechter geeft een strafschop wanneer een speler een overtreding maakt vanuit het strafschopgebied. Overtredingen worden meestal gecategoriseerd op kleur, en de scheidsrechter houdt een gele of rode kaart omhoog om de zwaarte van de overtreding aan te geven. Een gele kaart bij voetbal betekent gevaarlijk of onsportief gedrag, en bij een rode kaart wordt een speler van het veld gestuurd.
"Het is heel belangrijk om geen overtreding of hands te maken in je eigen strafschopgebied, omdat je de tegenstander daarmee een strafschop cadeau geeft. En de kans dat een spits van de tegenstander met een strafschop een doelpunt maakt, is statistisch erg groot", zegt Toughey. "Nog belangrijker dan het voorkomen van een strafschop, is dat een speler van het veld wordt gestuurd omdat diegene een rode kaart of twee gele kaarten heeft gekregen voor onfatsoenlijk gedrag, zoals een gevaarlijke tackle", zegt hij. Wanneer een speler van het veld wordt gestuurd, betekent dit dat diegene niet langer mag deelnemen aan de wedstrijd. Deze speler mag ook niet worden gewisseld.
5.Hoekschop:
Wanneer de bal over de doellijn gaat, maar er geen doelpunt wordt gemaakt en de bal voor het laatst is aangeraakt door een speler van de tegenpartij, wordt er een hoekschop gegeven aan het aanvallende team. Bij een hoekschop krijgt de wedstrijd een nieuwe impuls, en krijgt het aanvallende team opnieuw de kans om te scoren.
6.Doelpunt:
Er wordt een doelpunt gemaakt wanneer een speler de bal in het net van de tegenpartij schiet. Hoewel aanvallers meer kans maken om een doelpunt te maken, kan elke speler op elke positie scoren, zelfs keepers.
7.Ingooi:
Wanneer een speler de bal over de lijn schiet, geeft de scheidsrechter een speler van de tegenpartij (het team dat de bal niet voor het laatst aanraakte) een ingooi. Wanneer de bal weer binnen het speelveld wordt gegooid, moeten spelers beide voeten op de grond houden en de bal met beide handen boven het hoofd vasthouden.
8.Strafschop:
Bij een overtreding binnen het strafschopgebied door het verdedigende team, krijgt de tegenpartij een strafschop. Dit betekent dat ze de kans krijgen om op het doel te schieten, terwijl alleen de keeper verdedigt. Een strafschop moet op 9,15 meter van de strafschoplijn worden genomen, rechtstreeks op de keeper.
9.Vrije trap:
Wanneer er een overtreding elders op het veld (niet in het strafschopgebied) plaatsvindt, krijgt de tegenpartij een vrije trap. Bij een directe vrije trap mag de speler de bal rechtstreeks op het doel schieten, die kan worden geblockt door een groep verdedigers van de tegenpartij. Bij een indirecte vrije trap moet een speler de bal eerst naar een teamgenoot schieten, voordat deze in het doel mag worden geschoten (en als doelpunt telt).
Tekst: Jessie Quinn