Zo trap je volgens coaches tegen een voetbal
Sporten & activiteiten
Vergroot je zelfvertrouwen door aan deze drie algemene traptechnieken te werken, gebaseerd op tips en trucs van experts.
In een sport als voetbal draait alles om goed voetenwerk. Ben je nog maar net begonnen, dan is oefenen met het trappen tegen een voetbal een uitstekend begin.
Er zijn veel manieren om tegen een bal te trappen, maar voetbalcoach Ben Nabers adviseert beginners om eerst te werken aan de volgende drie basistrappen:
1.Pass over de grond
Deze basistrap kun je gebruiken om de voetbal over korte afstanden naar je teamgenoten te spelen. De naam zegt het eigenlijk al: de bal blijft op de grond.
2.Hoge bal
Deze methode staat ook wel bekend als de pass door de lucht. Hierbij raak je de voetbal vanaf de onderkant om hem hoog de lucht in te krijgen. Met deze techniek kun je de bal naar een teamgenoot spelen die wat verder weg staat, of wanneer er tegenstanders in de weg staan.
3.Schot op doel
Dit is een van de manieren om te scoren tijdens een wedstrijd. Dit krachtige schot kan een voetbal zo voorbij de keeper krijgen, het net in.
Klaar om met de schoten aan de slag te gaan? Lees verder voor meer details en tips voor het verbeteren van je traptechniek.
(Gerelateerd: De posities in voetbal uitgelegd)
Zo trap je tegen een voetbal: een stapsgewijze handleiding
Nabers en officieel erkende voetbalcoach Brandon Busbee vertellen je precies hoe je elke traptechniek uitvoert.
Zo geef je een pass over de grond:
- Ren naar of zet je voet naast de voetbal en zorg dat de binnenkant van je schietvoet zich direct naast de bal bevindt. Hou je knie licht gebogen.
(Gerelateerd: De beste voetbalgear van Nike voor koud weer)
- Leun licht naar voren en gebruik je enkel om je voet (niet je been) naar de bal te bewegen. Hierbij houd je je enkel zelf stevig in dezelfde positie.
- Probeer het midden van de bal te raken met de binnenkant van je voet. Voel je dat je contact maakt met de onderkant van de bal, pas dan de positie van je voet aan.
Zo geef je een hoge bal/pass door de lucht:
- Loop of stap richting de bal en zorg dat de binnenkant van je schietvoet zich direct naast de bal bevindt. Hou je knie licht gebogen.
- Richt de neus van de voet waar je mee trapt naar beneden en buig je been, zodat je voet de onderkant van de bal raakt.
- Tijdens het schot 'schep' je de bal met je voet, waarbij je trapt met de binnenkant van je voet. Je leunt intussen licht naar achteren om te zorgen dat je de bal de lucht in krijgt.
Zo schiet je op doel:
- Ren naar de bal of ga in de buurt staan. Hou de neus van de voet waarmee je gaat trappen naar beneden gericht.
- Buig je schietbeen en schiet zo dat de veters boven op je schoen het midden van de bal raken. Leun met je bovenlichaam iets naar voren tijdens het trappen. Zo voorkom je dat de bal te hoog gaat.
- Je hebt kracht nodig om de bal van de grond te krijgen, maar gebruik niet zoveel dat de bal te hoog gaat en boven het doel terechtkomt. Oefen hiermee zodat je leert hoeveel kracht je nodig hebt.
Tips om je traptechniek te perfectioneren
1.Doe trainingsoefeningen
Er is maar één manier om beter te worden in trappen: oefenen. Daarom zijn trapoefeningen zo belangrijk.
Gebruik twee pionnen en kies een muur waar je gerust een bal tegenaan kunt trappen. Je kunt deze oefeningen ook samen met iemand doen. Doe dat bij voorkeur drie tot vijf keer per week, 10 tot 20 minuten per keer.
Oefening voor passes over de grond:
- Zet twee pionnen zo'n 3 tot 4 meter uit elkaar naast de muur. Dat lijkt ver uit elkaar. Toch zegt Nabers dat je beter daarmee kunt beginnen dan met een smal doel, zodat je niet ontmoedigd raakt.
- Ga op 4,5 tot 7 meter van de muur staan.
- Trap de bal met de techniek voor de pass over de grond en mik op de ruimte tussen de twee pionnen. Zorg ervoor dat de bal nadat hij de muur raakt weer bij jou terechtkomt. Speel je samen met iemand, speel dan de bal heen en weer.
- Oefen zowel met je linker- als rechtervoet.
- Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, zet de pionnen dan steeds wat dichter bij elkaar. Je einddoel is een ruimte van 30 tot 60 centimeter tussen de twee pionnen.
Oefening voor hoge bal/passes door de lucht:
- Zet twee pionnen zo'n 3 tot 4 meter uit elkaar naast de muur.
- Ga op 14 tot 18 meter van de muur vandaan staan. Speel je samen met iemand anders, laat de ander dan 18 tot 28 meter bij je vandaan staan.
- Trap de bal volgens de hoge-bal-techniek en richt hem daarbij op het stuk muur tussen de twee pionnen. Zorg ervoor dat de bal nadat hij de muur raakt weer bij jou terechtkomt. Speel je samen met iemand, speel de bal dan heen en weer.
- Oefen zowel met je linker- als rechtervoet.
- Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, zet dan steeds de pionnen wat dichter bij elkaar. Je einddoel is een ruimte van 30 tot 60 centimeter tussen de twee pionnen.
Schot op doel oefenen:
- Voor deze oefening gebruik je het liefst een doel.
- Ga op 7 tot 9 meter van het doel af staan.
- Ren op de bal af en trap hem met de technieken voor het schot op doel, waarbij je de bal in een van de vier hoeken van het doel probeert te krijgen.
- Oefen zowel met je linker- als rechtervoet.
- Merk je dat het steeds beter gaat met je nauwkeurigheid en balbeheersing, ga dan steeds wat verder van het doel af staan.
Heb je deze traptechnieken eenmaal onder de knie, bekijk dan geavanceerde trapbewegingen en schoten. Je kunt deze oefeningen ook uitbreiden met nieuwe elementen, zoals dribbelen en om obstakels heen bewegen.
2.Beproef je techniek met de ultieme test: ga op voetbal
Zelf (of samen met iemand anders) oefenen met schieten is leuk, maar je merkt pas door wedstrijden te spelen of je beter wordt. Ga op zoek naar voetbalclubs in je omgeving. Dat kan een buitenclub zijn, maar je kunt ook naar zaalvoetbalverenigingen zoeken.
Het liefst speel je een paar keer per week in teamverband en doe je daarnaast gedurende 12 tot 14 weken elk weekend mee aan een wedstrijd, aldus Nabers.
Tekst: Lauren Bedosky