Doe deze dribbeloefeningen voordat je gaat basketballen
Sporten & activiteiten
Basketbalcoaches geven inzicht in hoe je een betere dribbelaar kunt worden.
Het basketbal kent een aantal basisvaardigheden. Iedere basisbeweging goed onder de knie krijgen, van passen tot schieten, kan je algehele spelvaardigheid verbeteren. Maar van al deze basisbewegingen is dribbelen het belangrijkste om je mannetje te blijven staan op het veld.
"Dribbelen is het belangrijkste in basketbal", zegt Oz Martin, voorzitter en oprichter van Legacy Youth Sports. "Op een gegeven moment krijg je tijdens een wedstrijd de bal. De basis van basketbal begint met dribbelen."
Daarom zijn dribbeloefeningen zo belangrijk, zeker voor nieuwe spelers. Ashleigh Edwards, mede-eigenaar van en uitvoerder bij Iconic Sport Performance, een trainingsfaciliteit voor basketbal, zegt dat dribbelen "extreem belangrijk en noodzakelijk is voor het algehele succes van een team". Het is zo belangrijk, zegt ze, dat je "eerst goed moet leren dribbelen voordat je leert hoe je moet schieten".
Dribbeloefeningen "kunnen je balbeheersing, hand-oogcoördinatie en wendbaarheid helpen verbeteren", zegt Matt Wilson, sportprestatiecoach. Deze oefeningen kunnen je uiteindelijk helpen de bal met meer gemak te beheersen en je zelfvertrouwen op het veld te verbeteren, zegt hij.
Dribbelen is een vaardigheid waar je continu aan kunt blijven werken, zegt Martin, doelend op het feit dat zelfs professionele spelers nog regelmatig dribbeloefeningen doen.
Als je niet weet hoe je moet dribbelen, ben je waarschijnlijk nog niet bekend met dribbeloefeningen die je kunnen helpen je basketbalspel te verbeteren. Of het spel nu helemaal nieuw voor je is of je je techniek wilt verfijnen, experts raden deze dribbeloefeningen aan om je vaardigheden te verbeteren.
Hoe je moet dribbelen
Het is belangrijk eerst de basis goed te kennen voordat je met oefeningen begint. Hoewel je bij het dribbelen je handen gebruikt, is het belangrijk om te weten dat "je niet dribbelt met je handpalmen, maar met je vingers", zegt Martin.
Om te dribbelen raadt Martin het volgende aan:
- Hou je hoofd omhoog zodat je in de gaten kunt houden hoe het spel verloopt.
- Strek je arm uit naar beneden en gebruik je vingers om de bal richting de grond te duwen.
- Gebruik je vingers om de bal te ontvangen wanneer die omhoog stuitert en buig je arm vanuit de elleboog. Herhaal.
In het algemeen wil je voorkomen dat de bal hoger stuitert dan je heup, zegt Martin.
Hoe vaak moet je dribbeloefeningen doen
Edwards raadt aan regelmatig te oefenen. Als je zelfs maar 10 minuten per dag oefent, zal dat een groot verschil maken in je spel. "Het doel is om de aanraking, je balcontrole, je algehele balbeheersing en ook je zelfvertrouwen te verbeteren", zegt ze.
Martin raadt aan "zo vaak te gaan dribbelen als mogelijk is". Hij raadt aan minimaal drie dagen per week te dribbelen voor ongeveer 30 minuten per keer.
Dribbeloefeningen om uit te proberen
Om te dribbelen heb je in de regel een basketbal nodig en wat pionnetjes waar je omheen kunt dribbelen. Experts raden aan om er omheen te dribbelen, beginnend met setjes van 30 seconden, en om dit geleidelijk op te bouwen naar enkele minuten per keer.
- Zittend dribbelen. Martin raadt aan zittend te dribbelen op een stoel of bankje, zodat je je aandacht op je handen kunt richten en niet over je benen en voeten na hoeft te denken. "Raak gewend aan het ritme van de bal die je handen verlaat en weer terugkomt", zegt hij. "Daarna kun je opstaan."
- Staand dribbelen. Zodra je gewend bent geraakt aan zittend dribbelen, raadt Martin aan om verder te gaan met staand dribbelen.
- Lopend dribbelen. Voel je je comfortabel met staand dribbelen? Martin raadt aan om te beginnen met dribbelen terwijl je loopt, en daarna terwijl je rent. Onthoud dat de regels van basketbal beschrijven dat je de bal met één hand moet laten stuiteren of dribbelen terwijl je beide voeten beweegt. Als je stopt met dribbelen of de bal met beide handen aanraakt, mag je slechts één voet bewegen.
- Dribbelen rond pionnetjes. Zodra je een goed gevoel hebt ontwikkeld voor staand dribbelen, raadt Martin aan om pionnetjes op een lijn of in willekeurige patronen te plaatsen en hier omheen te dribbelen, om "het gevoel van zijkant naar zijkant bewegen te krijgen". Martin zegt dat dit je het gevoel geeft van de transities die je tijdens een spel ervaart wanneer je langs een tegenstander dribbelt.
- Niet-dominante dribbels. Ervaren dribbelaars kunnen dribbelen afwisselen met links en rechts. Daarom raadt Martin aan te leren dribbelen met de hand die niet je voorkeur heeft en om daar goed mee te leren dribbelen. "Concentreer je op om je heen te kijken", adviseert hij. Deze vaardigheid stelt je in staat om goed te zien wat er om je heen gebeurt, zodat je betere keuzes kunt maken en meer nauwkeurige passes.
- Tussen de benen. Comfortabel tussen je benen kunnen dribbelen geeft je een extra mogelijkheid om los te breken van verdedigers, zegt Martin. Dit betekent dat als je tijdens het spel aan het dribbelen bent en een tegenstander de bal van je probeert af te pakken, je tussen je benen door kunt dribbelen en zo van richting kunt veranderen om de tegenstander te passeren. Hij raadt aan met de ene voet voor de andere te gaan staan en je knieën gebogen te houden, terwijl je probeert de bal in een V-vorm tussen je benen door te spelen. Verplaats de bal van je ene hand naar de andere om deze vaardigheid te leren.
- Dribbels met een ladder Dribbels met een ladder trainen je wendbaarheid, een vaardigheid die heel handig is om om je tegenstanders heen te bewegen, zegt Wilson. Voor deze oefening leg je een touwladder op de vloer neer of gebruik je krijt om er eentje op de vloer te tekenen. Dan oefen je het dribbelen met één stuiter in ieder vlak en ga je een poosje heen en weer. Je kunt het een beetje afwisselen door eerst een laterale beweging te maken en dan in en uit de ladder te dribbelen door van links naar rechts te bewegen.
- Pocket pounds. Richt je erop de bal zo hard mogelijk te laten stuiteren zonder dat hij hoger komt dan je broekzak (of de plek waar een broekzak zou zitten). Hiermee ontwikkel je meer balbeheersing en kracht, zegt Martin. Edwards raadt aan hier 50 herhalingen per keer van uit te voeren.
- Duw-trek-oefening. Deze vaardigheid zorgt voor meer balbeheersing en een betere beheersing van de overgangen tijdens een spel. Ga staan met je benen licht gebogen en trek en duw de bal van de ene kant van je lichaam naar de andere, terwijl je dezelfde hand gebruikt om "de manipulatie van de dribbel te benadrukken", zegt Edwards. Je kunt dit op een lijn doen om er zeker van te zijn dat je je houding en volledige bewegingsvrijheid behoudt. Ze raadt aan 30 seconden te oefenen en dan 30 seconden te rusten, en dit drie rondes te doen.
- De controle herpakken. Het zal tijdens een spel vaak voorkomen dat de bal wild stuitert en je hem onder controle moet krijgen terwijl je dribbelt. Daarom raadt Martin aan te oefenen de controle over de bal te herpakken in situaties die uitdagend zijn. "Je moet de controle herpakken als je de bal afpakt van een tegenstander", zegt hij. Om dit te doen, kun je proberen de bal willekeurig tegen een muur te laten stuiteren en van daaruit proberen de controle terug te krijgen en de bal op een comfortabele dribbelsnelheid en goed dribbeltempo te krijgen. Of vraag een vriend wat wildere ballen te passen.
Tekst door Korin Miller