Door coaches goedgekeurde tips voor een betere forehand bij tennis
Sporten & activiteiten
Als je deze slag eenmaal onder de knie hebt, speel je al snel op een hoger niveau.
Je forehand verbeteren bij tennis is een eenvoudige manier om je vaardigheden op de baan te verbeteren.
"Na het serveren is de forehand misschien wel de belangrijkte slag in tennis", zegt Michael Sowter, tennisdirecteur en tenniscoach voor dames aan Fordham University.
De forehand is een slag waarbij de hand die het tennisracket vasthoudt naar voren wijst. Het is een essentiële techniek om een slag van de tegenstander met kracht en beheersing terug te kunnen geven.
"Het goede nieuws is dat de forehand ook een van de makkelijkste slagen is om onder de knie te krijgen", aldusKacper Owsian, voormalig proftennisser. En er zijn heel veel manieren om een goede forehand uit te voeren.
Daarbij kan de forehand over het algemeen in drie fases worden verdeeld:
1. Unit turn. Dit is de eerste stap in de voorbereiding om een forehand te slaan. De United States Tennis Association geeft als tip om je heupen en bovenlichaam als één geheel te zien als je draait. Je zet hiervoor een stap zodat je gespreid staat en draait je bovenlichaam en racket gelijktijdig.
2. Backswing. Na de draai van je racket en bovenlichaam draait je arm je racket verder in de vorm van een 'C'. Dit heet de backswing.
3. Follow-through De arm beweegt het racket naar de bal en over de voorzijde van het lichaam voor de follow-through. Of, anders gezegd: je maakt de swingbeweging af.
"Van origine was de follow-through over de schouder, maar tegenwoordig zie je veel meer variaties in het spel", zegt Sowter.
Perfectioneer deze stappen om je spel te verbeteren. Bekijk ook deze tips van tenniscoaches om je forehand bij tennis te verbeteren.
1.Richt je op je greep
Een goede greep op je racket is essentieel voor een goede forehand-swing. Hoe en waar je je racket vasthoudt, bepaalt uiteindelijk de snelheid en het pad van je swing. Je greep heeft ook invloed op hoe krachtig je de bal raakt en welke kant de bal vervolgens op gaat.
Er zijn verschillende grepen voor de forehand die je kunt proberen, en elke greep heeft voor- en nadelen. Probeer ze allemaal eens uit om te kijken welke het beste voelt.
Om de verschillende grepen te oefenen, moet je eerst goed kijken naar de randen van je tennisracket.
Elk tennisracket heeft een handvat met acht schuine zijden die ook wel 'bevels' worden genoemd. Als je ze goed bekijkt, zie je dat ze genummerd zijn. De eerste schuine zijde vind je bovenaan, wanneer je racket zich haaks ten opzichte van de grond bevindt. Vervolgens ga je met nummeren met de klok mee als je rechtshandig bent, en tegen de klok in als je linkshandig bent. Als je rechtshandig bent, draai dan je racket met de klok mee en om de tweede schuine zijde naar boven te laten wijzen. Ben je linkshandig, draai dan je racket tegen de klok in om de tweede schuine zijde te zien.
- Continental greep. Dit staat ook wel bekend als de 'hakgreep' omdat het lijkt of je een bijl vasthoudt. Hiervoor plaats je de palmzijde van de onderste knokkel van je wijsvinger tegen de tweede schuine kant als je rechtshandig bent, of de achtste schuine kant als je linkshandig bent. Plaats het onderste deel van je racket bij de basis van je handpalm en wikkel je vingers rond het handvat.
- Eastern greep. De Eastern greep is gemakkelijker te leren en goed voor snelle greepwisselingen, maar hij heeft minder topspin (een snel voorwaarts draaiende beweging die ervoor zorgt dat een bal naar voren draait wanneer hij wordt geraakt) dan andere greepvariaties. Voor deze greep laat je de palmzijde van de onderste knokkel van je wijsvinger tegen de derde schuine kant rusten als je rechtshandig bent, of de zevende schuine kant als je linkshandig bent. Plaats het onderste deel van je racket bij de basis van je handpalm en wikkel je vingers rond het handvat.
- Semi-western greep. De Semi-western greep kan in het begin onwennig aanvoelen, maar deze kan meer topspin genereren dan andere grepen. Plaats de palmzijde van de onderste knokkel van je wijsvinger tegen de vierde schuine kant als je rechtshandig bent, of de zesde schuine kant als je linkshandig bent. Plaats het onderste deel van je racket bij de basis van je handpalm en wikkel je vingers rond het handvat.
- Western greep. Met de Western greep kun je de maximale topspin genereren. Helaas is hij voor beginners lastig te leren. Voor de Western greep plaats je de palmzijde van de onderste knokkel van je wijsvinger tegen de vijfde kant, of je nu rechts- of linkshandig bent. Plaats het onderste deel van je racket bij de basis van je handpalm en wikkel je vingers rond het handvat.
- Continental greep. Dit staat ook wel bekend als de 'hakgreep' omdat het lijkt of je een bijl vasthoudt. Hiervoor plaats je de palmzijde van de onderste knokkel van je wijsvinger tegen de tweede schuine kant als je rechtshandig bent, of de achtste schuine kant als je linkshandig bent. Plaats het onderste deel van je racket bij de basis van je handpalm en wikkel je vingers rond het handvat.
2.Werk aan je stand
Je houding, of waar je je voeten plaatst voordat je de bal slaat, is de sleutel tot het genereren van kracht met je forehand, zegt Diana Bukajeva, tennisleraar bij Life Time en voormalig tennisspeler aan de Stetson University.
"De juiste stand kiezen is belangrijk om je gewicht goed te verplaatsen en je balans te behouden, zodat je de baan efficiënter kunt bestrijken", zegt ze.
Er zijn vier basishoudingen in tennis: neutraal, gesloten, semi-open en open.
- Neutrale stand. Dit is een stand die volgens Bukajeva vaak wordt gebruikt voor de forehand. Je staat hierbij met je voeten haaks ten opzichte van het net. Deze stand is ideaal voor korte slagen en slagen die je dichter bij het net doet, omdat je vanuit deze stand je achterste voet makkelijk naar voren zet richting de bal.
- Gesloten stand. Bij een gesloten stand draaien beide voeten verder dan 90 graden van het net, met de achterste voet achter de voorste voet ten opzichte van de heupen. De bal raken vereist hierbij een hoop heuprotatie en wordt niet vaak gebruikt voor de forehand.
- Semi-open stand. Deze stand is ook minder gebruikelijk voor de forehand. Hierbij staan je voeten diagonaal ten opzichte van het doel. Voor een rechtshandige speler zal de linkervoet naar voren staan, beide voeten in een hoek van 45 graden ten opzichte van het net, waarbij je heupen deels open staan.
- Open stand. Dit is volgens Sowter een andere stand die veel voor de forehand wordt gebruikt. Het is een atletische positie waarin de voeten parallel staan aan het net, waarbij de heupen en tenen naar voren zijn gericht. Deze stand is handig voor het slaan van snel inkomende tennisballen, hoge en wijde ballen.
- Neutrale stand. Dit is een stand die volgens Bukajeva vaak wordt gebruikt voor de forehand. Je staat hierbij met je voeten haaks ten opzichte van het net. Deze stand is ideaal voor korte slagen en slagen die je dichter bij het net doet, omdat je vanuit deze stand je achterste voet makkelijk naar voren zet richting de bal.
3.Ontspan
Met een veelzijdig spel als tennis kun je makkelijk gespannen raken.
"Je moet aan drie tot vijf verschillende dingen tegelijk denken waardoor je misschien vergeet even door te ademen, en voor je het weet zit je als een bal in elkaar gedoken", zegt Sowter. Maar je verbetert je forehand als je je een beetje ontspant tijdens de swing. "De forehand is een vloeiende beweging, dus hoe losser je kunt zijn, hoe beter het resultaat", zegt Sowter.
Tekenen van een gespannen forehand zijn volgens Sowter het optrekken van je schouders, je ellebogen te dicht bij je lichaam houden — "wat ik 'alligatorarmen' noem" — en het verkorten van je backswing.
Of je nu oefeningen doet of een wedstrijd speelt, denk eraan dat je je schouders laag en weg van je oren houdt. Pauzeer tussen de services door om diep adem te halen, je polsen en schouders te ontspannen en je opnieuw te concentreren, aldus Sowter. Hierdoor kun je beter ontspannen, wat je forehand kan verbeteren.
4.Sla door de bal heen
Probeer bij een slag met forehand door de bal heen te slaan (ook wel follow-through genoemd) in plaats van te stoppen zodra je contact maakt.
"Je bent pas voor ongeveer 50 procent klaar met de slag als je contact maakt met de bal", zegt Bukajeva. Door de bal heen te slaan creëer je meer topspin, waardoor de tennisbal gegarandeerd hoger en verder over het net vliegt.
Dus hoe sla je door de bal heen tijdens een forehand?
"Een goed beeld om aan te denken is als je drie tennisballen aan elkaar geregen zou hebben", zegt Sowter. "Wanneer je contact maakt, raak je niet alleen de eerste bal, maar ook de derde bal."
Zodra je door de bal heen slaat, eindig je de swing met het racket volledig voorbij je schouder, zegt Owsian.
5.Kwalitatief goede reps doen
Het is een cliché, maar waar: oefening baart kunst. Zoek een partner, een ballenmachine of zelfs een muur (een stevige) en begin met het oefenen van je forehand.
Owsian raadt beginners ook aan te schaduwswingen (een slag doen zonder een bal te raken). "Die oefening helpt je om spiergeheugen te kweken en dat zal je helpen om een goede techniek te volgen op de baan", aldus Owsian.
Hij suggereert dit voor een spiegel te oefenen, zodat je op je techniek kunt letten.
Voor kwaliteit boven kwantiteit kun je een tennisleraar aanspreken die feedback kan geven op je forehand. "Veel tennisballen slaan is top, maar als je een slechte techniek versterkt, zal het alleen maar langer duren om die te verbeteren", zegt Sowter.
Hij raadt aan om tennisles te nemen, een groepsclinic te volgen en wekelijks een wedstrijd te spelen. Uiteindelijk oefen je je slagen drie keer per week.
Tekst: Lauren Bedosky