Hij bereikte het podium. Maar kon dat pas door zichzelf te vinden. Daarna rekende hij af met vooroordelen.

Cultuur

Nathan Féliot tartte de maatschappelijke verwachtingen en die van zijn ouders door de eerste professionele danser in zijn familie te worden.

Laatste update: 17 september 2021
Leestijd: 4 min.

'I Am First' is een serie over mensen die nieuwe wegen inslaan, in de sport én daarbuiten.

Op zijn 21ste wist Nathan Féliot al wat hij het liefste wilde: professioneel danser worden. En hij tartte zowel maatschappelijke verwachtingen als de verwachtingen uit zijn familie om die droom waar te maken.

"Ik wil nergens spijt van hebben," vertelt de Fransman over zijn ambitie.

Nathans reis naar het podium lijkt op die van vele andere jonge mannen die jarenlang ingeprent kregen dat sport bestaat uit strijd op een veld of in een sportzaal.

"Op school was voetbal voor jongens en dansen voor meisjes," aldus Nathan, die opgroeide in Toulouse, terugdenkend aan dat stigma. "Ik dacht dat dansen iets was met ballerina's in tutu's, en niet echt iets voor mij. Ik wist niet dat ik me af kon zetten tegen dat genderstereotype."

I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans

Nathan, die altijd al hecht was met zijn moeder en graag meer tijd met zijn vader wilde doorbrengen, ging daarom eerst voetballen, net als de jongens in zijn klas. En zwemmen. En daarna op atletiek. En vechtsporten. Maar hij vond er niets aan. "De coach schreeuwt naar je, het heeft niks met plezier te maken," zegt hij.

Uiteindelijk schreef zijn moeder hem in bij Le Lido, de bekende circusacademie van Toulouse. Daar ontdekte een instructeur dat Nathan talent had. Hij haalde hem over om naar het conservatorium te gaan om te dansen. "Hij haalde iets in me naar boven dat ik altijd had weggestopt, omdat ik dacht dat het niet mogelijk was," aldus Nathan.

I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans

"Op school was voetbal voor jongens en dansen voor meisjes. Ik wist niet dat ik me af kon zetten tegen dat genderstereotype."

Maar nadat hij zijn passie had gevonden, was er nog een obstakel voor Nathan: zijn moeder, een succesvolle ingenieur, ervan te overtuigen dat hij het podium op wilde. Hij zette door met intensieve danslessen en bracht soms wel 80 uur per week in de studio door en nam ook nog deel aan een tweejarig internationaal uitwisselingsprogramma. "Het was dodelijk vermoeiend, maar het was nodig om te kunnen doen wat ik wilde," aldus Nathan, die het gesprek met zijn moeder nog steeds uit de weg ging.

"Ik zei in eerste instantie niet letterlijk dat ik wilde dansen — ik wist dat ze dat maar moeilijk kon accepteren," aldus Nathan. Hij voegt eraan toe dat zijn moeder trots is op zijn dansprestaties, maar dat ze (net als veel ouders) bang is dat hij met zijn creativiteit en talent de kost niet kan verdienen.

I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans

Desondanks richt hij zich volop op zijn doelen. "Ik wil bewijzen dat ik hier succesvol in kan zijn," zegt Nathan, die ook de misvattingen binnen de danswereld wil rechtzetten. Hij heeft al te maken gehad met raciale vooroordelen dat 'zwarte mensen kunnen goed dansen', maar tegelijkertijd niet klassiek zouden kunnen dansen. Door hard te werken en door te zetten wil hij die stereotyperingen ook ontkrachten.

Nathans volgende bestemming is België, waar hij is aangenomen voor een driejarig trainingsprogramma van een vooraanstaande dansschool. En daarna? Hij denkt groot. Hij is geïnspireerd door het werk van moderne danschoreografen als Jacob Jonas en James Wilton. Nathan denkt al na over wat hij op de lange termijn binnen de danswereld kan doen, of dat nu gaat om musicals nieuw leven inblazen of om uiteindelijk de sprong te wagen van danser naar choreograaf.

"Je kunt niet je hele leven danser zijn," zegt hij. "Ik wil wat zekerheid inbouwen."

I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans

"Ik wil nergens spijt van hebben."

I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans
I Am First: Nathan Féliot vond zichzelf in dans

Tekst: Jennifer Padjemi
Fotografie: Lounseny Soumah
Video: Sara McDowell, Nathan Felix

Gerapporteerd: augustus 2020

Voor het eerst gepubliceerd: 20 september 2021